In Duitsland is de aloude strijd tussen mens en wolf terug

DSC01331

‘Ze hebben geleerd op klaarlichte dag aan te vallen’

Elk jaar groeit het aantal wolven in Duitsland met zo’n 30 procent. De schaapherders op de Lüneburger Heide, waar een grote concentratie roedels rondloopt, delen het enthousiasme van de meeste Duitsers daarover niet.

Sterre Lindhout Volkskrant.

Alle bijrolspelers zijn aanwezig: zeshonderd schapen, twee honden, herder Clemens Lippschus (30), met vilten hoed en volle baard, wakend over zijn kudde op de Lüneburger Heide, in de Duitse deelstaat Nedersaksen. Leunend op zijn staf zoals herders dat ook in Bijbelse taferelen doen. Hoog in de lucht jubelen leeuweriken en de koekoek roept in de verte. Alleen de hoofdrolspeler, de wolf, glanst door afwezigheid.

En juist daardoor speelt hij zijn rol uitmuntend. Wanneer de wolf komt, is altijd een verrassing. Maar dat hij komt, weet Lippschuss zeker. ‘Helaas hebben ze geleerd op klaarlichte dag aan te vallen, ze weten dat we er weinig tegen kunnen doen.’ Uit de zak van de groene herdersmantel komt een smartphone. Daar is de wolf, op een video gemaakt door Lippschus’ vriendin, met wie hij de schaapskudde deelt. Het roofdier draaft heen en weer langs de bosrand, zijn blik gefixeerd op de schapen verderop, de angstaanjagend bedoelde kreten van de herder negerend.

Dit dier, een jong, droop uit eigen beweging af. Maar in dezelfde meiweek werden drie van de zes schaapskuddes op de Lüneburger Heide aangevallen, met dodelijke gevolgen. Dat is een record. In 2020 telde het bestuur van het natuurgebied vijftien ‘ernstige’ aanvallen door wolven, waarbij zelfs een veulen werd doodgebeten.

Wolvenwonder/ramp

In Nederland is veel tumult rond de terugkeer van naar schatting twaalf wolven. Maar in buurland Duitsland voltrekt zich de afgelopen jaren pas echt een wolvenwonder. Of een wolvenramp, het is maar aan welke kant van het debat je staat. Natuurbeschermers zien de wolf als kroon op hun streven naar meer ‘wilde’ natuur en volgens een recente peiling over de acceptatie van de wolf kan het dier 80 procent van de Duitsers tot zijn supporters rekenen.

Op de Lüneburger Heide verdenken ze die 80 procent ervan ergens driehoog achter in de stad te wonen en nog nooit in de buurt van een wolf te zijn geweest. Ze, dat zijn de herders, beheerders van recreatiegebieden en de boeren. Zij willen de wolvenpopulatie ‘managen’, een in beschaafd taalgebruik verpakte wens om op wolven te kunnen schieten als ze dat nodig achten.

Niet alleen de wolf is dus teruggekeerd in Duitsland, maar ook het oeroude conflict tussen de mens en de wolf. Een conflict dat anno 2021 niet langer wordt uitgevochten met grote vuren en katapulten (al heeft herder Lippschus die wel op zak), maar dat gaat over schietvergunningen, premies voor doodgebeten schapen, EU-geld voor lichtgewicht omheiningen, het idee om alle wolven van een zender te voorzien en om de precieze definitie van een ‘probleemwolf’. (Spoiler: die bestaat niet.) Dat conflict woedt het hevigst in Nedersaksen, waar de agrarische lobby van oudsher sterk is.

Voortplanting

Eerst een kleine geschiedenis van een geslaagde voortplanting. In het jaar 2000 stak een wolvenkoppel de Pools-Duitse grens over en bracht in de deelstaat Brandenburg welpen ter wereld; het eerste Duitse roedel sinds omstreeks 1850. De volgende generaties waaierden uit over de uitgestrekte Oost-Duitse natuurgebieden vol wilde zwijnen, reeën en andere lekkernijen. Nog later zouden hun nakomelingen de benen nemen naar het westen van het land.

Op dit moment leven er in Duitsland zo’n 166 roedels van 5 tot 10 wolven, berekende de Senckenberg Gesellschaft für Naturforschung, een wetenschappelijk instituut dat onderzoek doet naar biodiversiteit, evolutie en klimaat, vanwege de gunstige omstandigheden groeit het aantal wolven in Duitsland jaarlijks met ongeveer 30 procent.

Van die roedels leven er 34 in Nedersaksen, de meeste rond de Lüneburger Heide. Herder Lippschus vindt dat te veel, hoezeer hij ook van natuur houdt. Ook het bestuur van het natuurgebied pleit voor regulering, samen met de verschillende belangenbehartigers van de boeren. Om tegemoet te komen aan deze wens, voerde de regionale milieuminister Olaf Lies (SPD) vorig jaar een nieuwe ‘wolfsverordening’ in die het gemakkelijker maakt een vergunning te krijgen voor het neerschieten van wolven die ongewenst gedrag vertonen. Het liefst zou Lies nog verder gaan en de wolf van de lijst beschermde diersoorten laten halen, zodat ze net als ander wild kunnen worden bejaagd. Maar de beslissingsbevoegdheid daarvoor ligt niet in Hannover, maar in Berlijn en Brussel.

Uwe Martens zegt dat het helemaal niet kan, te veel wolven in een bepaald gebied. ‘Wolven zijn territoriale dieren. Als het ergens te vol is, trekken jonge wolven die een eigen roedel willen stichten verder.’ Martens, een man die tegelijkertijd schuw en beslist overkomt, weet álles over wolven, wolvenwetgeving en vooral overtredingen van die wetgeving.

De fascinatie stamt uit zijn kindertijd, vertelt hij onder een grote lindeboom in het stadspark van Lüneburg. Als jongetje vond hij het jammer dat er geen wolven leefden die zijn angst voor donkere bossen rechtvaardigden. Toen hij in de jaren tachtig van de vorige eeuw op de radio hoorde dat onderzoekers verwachtten dat de wolf zou terugkeren naar Duitsland, hoopte hij vurig dat hij dat moment zou meemaken.

Ontslagbrief

Zo geschiedde. Uwe Martens werd vrijwillig ‘Wolfsberater’ in Nedersaksen, wat inhield dat hij bijhield waar wolven waren gezien en poolshoogte ging nemen nadat een wolf ergens schapen had verschalkt. Samen met 150 andere vrijwilligers bracht hij een paar maal per jaar advies uit aan de deelstaatregering.

Maar in januari kreeg Martens een ontslagbrief van minister Lies. Hij was te kritisch geweest over diens beleid. Hij is namelijk ook lid van de Freundeskreis freilebender Wölfe, een van de vele clubs die opkomen voor de wolf. Clubs die er soms niet voor terugdeinzen de autobanden lek te prikken van jagers die ze verdenken van illegale jacht op wolven. Martens doet daar naar eigen zeggen niet aan mee. Wel pleit hij overal waar het kan voor verplaatsbare lichtgewicht hekken, een extra herder per kudde en speciale ‘kuddewaakhonden’ die wolven angst inboezemen.

Wolfsberater’ Uwe Martens: ‘Wolven zijn territoriale dieren. Als het ergens te vol is, trekken jonge wolven die een roedel willen stichten verder.’Beeld Daniel Rosenthal / de Volkskrant

Oplossingen met een laag realiteitsgehalte, vindt herder Clemens Lippschus. Hij legt uit dat de schapen, zogenoemde Heidschnucken die als lam zwart zijn en later grijze dreadlocks ontwikkelen, hier niet grazen omdat het er zo idyllisch uitziet, maar om te voorkomen dat de heide in grasland verandert.

Loslopende kudde

Vanaf een heuveltje is goed te zien hoe dat in zijn werk gaat. Samen met zijn honden Fiete en Tjep houdt de herder de beesten constant in beweging. Want blijven ze stilstaan, dan is het net alsof je een grasmaaier op een plek laat maaien: dan blijft er alleen omgewoelde aarde over. ‘Ik heb nooit al mijn schapen tegelijk in beeld, daarvoor is het hier te onoverzichtelijk’, zegt Clemens. ‘Zo’n loslopende kudde is een makkelijke buit, we willen niet dat wolven dat verder ontdekken. Ze zijn heel slim.’ Maar hij ziet zichzelf niet de hele dag met hekken sjouwen en speciale waakhonden lijken hem een nog slechter idee. ‘Die vallen behalve wolven ook de honden van toeristen aan.’

‘De mens bestrijdt wolven sinds hij boerderijdieren houdt, het idee dat de wolf onze vijand is zit zo diep in ons dat de discussie hierover al snel ontspoort’, zegt Carsten Nowak van het Senckenberg Gesellschaft für Naturforschung. Vorige maand publiceerde Nowak met collega’s in het wetenschappelijke tijdschrift Heredity een artikel over de hervestiging van de wolf in Duitsland, op basis van in de afgelopen twintig jaar verzameld dna-materiaal van tweeduizend wolven. Hun voornaamste conclusie is dat wolven zich in relatief dichtbevolkte gebieden op dezelfde manier verspreiden als in bijvoorbeeld het veel dunner bevolkte Scandinavië en dat elke roedel ook hier zijn eigen, afgebakende territorium heeft.

Wel zijn de territoria in Duitsland kleiner omdat er meer voedsel is. Maar Nowak verwijt politici en lobbyisten ‘populistisch misbruik te maken’ van de 30 procent groei van de wolvenpopulatie per jaar. ‘Daarbij vergeten ze dat veel wolven omkomen bij verkeersongelukken en dat er altijd een punt komt waarop het voedsel schaars wordt en uiteindelijk maar 1 op de 10 welpen later een eigen roedel sticht.’ In het gebied waar twintig jaar geleden de eerste Duitse wolven neerstreken, is het aantal dieren al jaren min of meer stabiel. En ook vanuit Nedersaksen trekken sommige wolven alweer verder, bijvoorbeeld naar de Nederlandse Veluwe.

Bloedbad?

Schieten op wolven is dus niet nodig om de groei te reguleren? Zo eenvoudig ligt het niet, zegt Nowak. ‘Wat is te veel? Wanneer geeft een wolf overlast? Dat zijn maatschappelijke vragen. Per jaar doden Duitse wolven nu zo’n drieduizend boerderijdieren, voornamelijk schapen en geiten. Dat klinkt in eerste instantie als een enorm aantal, geeft de onderzoeker toe. ‘Maar in feite is het vergelijkbaar met de hoeveelheid vee dat sterft aan een middelzwaar virus.’ Overigens hebben de wolven in Duitsland de afgelopen twintig jaar geen mensen aangevallen.

Net als herder Lippschus op de Lüneburger Heide ziet Nowak wel dat wolven vaker ongewenst gedrag aanleren. Ze ontdekken bijvoorbeeld dat ze op hun dooie gemak een bloedbad kunnen aanrichten in een schaapskudde, of zoeken bewust de nabijheid van mensen. ‘Dat soort wolven moeten definitief weg. Dan zou je eigenlijk moeten kunnen zeggen: in dit bepaalde gebied mag op wolven geschoten worden tot het probleemgedrag ophoudt.’

De voortvarende verspreiding van de wolf in Duitsland maakt overigens korte metten met een hardnekkige mythe over de dieren: dat ze hoofdzakelijk voorkomen in onherbergzame streken. ‘Dat denken we alleen omdat wij mensen ze daar door de jacht naartoe hadden verbannen.’ Dat wolven ook prima gedijen in een bos dat wordt omzoomd door fietspaden en snelwegen, biedt kansen voor Nederland. Of risico’s – het is maar hoe je het ziet.